Tandeloze tijger.

Als tiener werd ik ooit uitgescholden voor Mr. Ed, het sprekende paard. Nu moest die knul wel direct op de loop gaan, omdat mijn zus Tonnie dat niet pikte. Die sloeg er direct op los. Maar een beetje gelijk had die knul wel, want voor zo’n jong grietje had ik best wel grote tanden. En ze stonden ook best wel naar voren.

Later kwamen er regelmatig opmerkingen. Zo zijn mensen, die pijnigen en beledigen graag en spreken het zo uit alsof het mij zelf nog nooit was opgevallen. Maar ik vond een wapen. Als iemand begon over mijn (toch best wel grote) gebit, haalde ik mijn schouders op en sprak: kan zomaar zijn. Ik ben namelijk geboren als gebit en de rest is er later omheen gegroeid. Daar hadden ze dan weer niet van terug.

Jaren later, toen ik voor controle bij mijn tandarts kwam, vroeg ik hem wat de mogelijkheden waren om mijn voortanden toch iets meer naar achteren te krijgen. Hij was resoluut. Daar ging hij niet aan beginnen! Je tanden staan hartstikke recht. Het is je bovenkaak die juist wat groter is. Je hebt een prachtige overbeet. Als je die weg wilt hebben, moet er een stuk uit je kaak gezaagd worden en daarna ben je gewoon verminkt. Vanaf dat moment ben ik echt heel anders tegen mijn gebit aan gaan kijken. Zo’n tandarts was precies wat ik nodig had. Want daarna, als iemand nog weer eens een opmerking maakte, dacht ik alleen maar aan die drie woorden “een prachtige overbeet”. Kom jij daar maar eens mee.

Tot aan wij 18 jaar geleden naar Hongarije vertrokken kwam ik elk half jaar bij de tandarts. Vanaf mijn kindertijd tot aan mijn vijftigste levensjaar. In die jaren dat wij hier wonen ben ik erachter gekomen dat niemand voor controle naar de tandarts gaat. Pas als men last heeft komt de tandarts in beeld en dan is het meestal al te laat. Dat is ook één van de redenen dat hier ontzettend veel mensen met een gatenkaas rondlopen of helemaal geen tanden en kiezen meer hebben. En dat is tevens de reden, dat er in de wachtkamer bij de tandarts, zoveel kreunende mensen zitten. Ze hebben echt allemaal pijn. Nee, hier kan ik niet dezelfde grap maken als ik in Nederland deed. Ik kwam de wachtkamer binnen, die best wel vol zat. Toen ik ging zitten hoorde ik een drilboor bij de buren, die duidelijk met een verbouwing bezig waren. “Zo, de tandarts heeft er zin in vandaag” sprak ik en iedereen kromp een beetje ineen. En ik lachte mijn overbeet bloot.

Ik ben hier zeker naar de tandarts geweest, maar niet voor controle, daar doen ze niet aan (misschien tegenwoordig wel, dat kan. Maar dat deel heb ik opgegeven). En steeds als er iets mis is maak ik een afspraak. Opvallend is, dat alleen die tand of kies waar je last van hebt, wordt bekeken en behandeld. De rest niet. Dus niet met scherpe haken tussen je kiezen of zo’n gemene kleine luchtspuit, die kleine gaatjes in de grochten van je gebit tonen in de vorm van een ineens snerpende pijn. En de tandarts dan roept: aha, hier tonen zich verborgen gebreken! Niets van dit alles. Verborgen gebreken. Blijven verborgen gebreken.

En zo kon het dus gebeuren dat ik op 9 januari van dit jaar, dat nog maar net begonnen was, bij een nieuwe tandarts kwam waar ik heel goede dingen over had gehoord. Ik had al een weg achter de rug van aangeboden implantaten en bruggen. Die er nooit van gekomen zijn. Wel een plaatje, omdat er een voortand al heel lang tergend langzaam, steeds meer begon te zakken.

Ik kwam daar op 9 januari van dit jaar, omdat mijn brug, die er al minstens dertig jaar inzit, losgekomen was. En moet ik er eerlijkheidshalve ook wel bij vertellen dat ik de laatste jaren steeds meer last kreeg van mijn gebit. Maar goed, ik kwam voor de brug. Ze riep me binnen, de tandarts. Aardig, ontzettend aardig. Ze keek naar de brug. Ja, die zat los. En toen deed ze iets wat nog nooit een Hongaarse tandarts bij mij had gedaan. Ze ging mijn hele gebit controleren. Ze nam zelfs een scherpe haak ter hand. Toen schoof ze haar kruk iets naar achter en legde haar handen in haar schoot. Ze keek me aan met die grote blauwe ogen waarin medelijden te lezen was. Ze schoof haar mondkapje tot op haar kin, zodat haar tanden zichtbaar werden. Prachtige tanden. Haar mond bewoog, er kwamen woorden uit. En die woorden moest ik wel geloven. “Je hebt paradontitis. Al je tanden en kiezen zitten los. Alles moet getrokken worden. Nu zei het woord paradontitis mij wel iets, maar de echte betekenis had ik niet voor handen. “Ik kan je aanbieden om het langzaam aan te doen en alles te vervangen voor implantaten. Dat gaat je heel veel geld en heel veel tijd kosten. En over twee jaar vallen die er gewoon weer uit”.

Het is vreemd als je in zo’n stoel ligt bij een hele aardige tandarts, die het allerbeste met je voor heeft en voor binnenkomst geen idee had wat je toekomst zou zijn. Maar nu wist ik het wel. Zij is van snel handelen en gelukkig ben ik daar ook van. Nog voor alles een paar dagen later werd getrokken, heeft ze foto’s gemaakt van mijn gebit. De grootte van mijn tanden en vooral mijn overbeet heeft ze goed in beeld gebracht.

Over waarschijnlijk twee weken komt mijn nieuwe gebit. En ga ervan uit dat ik mijn eigen overbeet weer terug krijg. Ik zou niet weten wat ik zonder zou moeten.

Voor nu een tandeloze tijger. Maar wel een tijger. En ach, met tanden was ik ook al ongevaarlijk.

4 Reacties op “Tandeloze tijger.”

  1. Even door de zure appel heen bijten, al is dat momenteel lastig voor je. Binnenkort geniet je weer van een prachtige overbeet en nooit meer last van tand- of kiespijn.

    Like

  2. Wat een lege mond zal je nu hebben. Dit is een nare tijd voor je maar als alles weer geheeld is en je weer voluit kan lachen is het toch fijn dat je weet dat je weer goed kan eten van je eigengewrochte hapjes. Hou je haaks !

    Like

  3. Ach arme Mip,

    Ik heb je al even niet gezien, maar je prachtige lach zie ik zo voor me. Wat jammer dat je afscheid hebt moeten nemen van je eigen tanden en kiezen! Je beschrijft het echter wel weer mooi en op de voor jou bekende wijze met de nodige relativering en humor. Het is wat het is en je blijft een mooie “tijger”!

    Like

  4. Ik ging, ook in Hongarije, wel naar de tandarts voor controle. Dan liet ik ook altijd tandsteen weghalen. Dat ging razendsnel, voor ik het wist, zagen mijn voortanden er op het oog weer helemaal schoon uit. Ik had wel altijd last van mijn tandvlees.

    Toen kwam ik terug in Nederland. Waar de tandarts me onmiddellijk doorstuurde naar de mondhygiënist. Die me een jaar grondig en pijnlijk onder handen nam. En me zakjes met ragers en talloze instructies meegaf.

    Nu is mijn tandvlees weer roze en bloedt niet meer. Het tandsteen wordt bij de tandarts ieder half jaar echt verwijderd. En de paradontitis is gelukkig geheel gekeerd. En dat ook nog eens door een hele aardige tandarts die qqaan het einde van de controle stralend zegt: dat ziet er keurig uit. Daar hoef ik verder niets aan te doen. Dat zie ik het liefst!

    Like

Geef een reactie op Runa Hellinga Reactie annuleren

Ontdek meer van KortLevens verhalen en andere dierenvertellingen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder