Kerststal? Een zwijnenstal.

Het leek alsof de wind alle lelijke kwelgeesten wilde verjagen. Dat zou toch mooi zijn in de nacht voor kerst. Dat de wind het verleden in één keer schoon zou vegen en er vandaag een heel nieuw begin zou zijn.

Maar het ging anders. Tien jonge krielkippen, geen kuikens meer maar ook nog niet volwassen. Hoewel ik er maar 4 wilde vond Hans ze alle tien te leuk. Ja, ik vond ze ook te leuk, alleen over de hoeveelheid maakte ik me zorgen. Maar soms wint iets wat “te leuk” is het van de zorgen.

Eerst maar alle tien overdag in het nachthok, tot de zon onder ging. Nog voor de zon onderging stonden de vier grote witte Duitse kippen met Bruno de haan, van Italiaanse afkomst, klaar om naar binnen te gaan. Ik opende de deurtjes, zodat ze vrije toegang hadden. De tien zaten op elkaar in de hoek. Ze traden binnen, die grote bonken en de haan. Er klonk gestamp, het schrille geluid van jonge kippen roepend om hun moeder. Daarna vlogen ze aan alle kanten het hok uit. Naar buiten. De avond in. Maar er was nog tijd, het echte donker was nog niet gevallen.

De tien jonge krielkippen liepen de trap op, naar de ingang van het hok. Daar zaten ze, vier grote witte Duitse kippen, in de deuropening. Breeduit, waardoor het duidelijk werd dat de tien met geen mogelijkheid naar binnen zouden komen. Ik liet het hok die nacht open om een mogelijkheid te bieden dat zij in de nacht een poging konden wagen.

Die poging deden ze niet. Die avond vond ik ze boven in de parasolboom. Dat is een boom waar je net onderdoor kunt lopen en waarvan de takken zich weids uitspreiden. Veilig, hoog genoeg boven de grond. En zo ging het een aantal dagen achter elkaar. Elke dag als de avond viel, werden ze allemaal, gelijk een western, het hok weer uitgeknikkerd.

Het regende hard, de wind trok aan. Het ging stormen en de regen geselde hun verenpak terwijl ze bijna zeeziek meebewogen op de harde wind, geklutste eieren in de maak, daar boven in die parasolboom. Althans dat zag ik in gedachten. Want toen ik gisterenavond Hans uitbundig lachend de voordeur hoorde open doen, zaten ze daar, beschermd tegen wind en regen. Op de tafel en de stoelen op de veranda. Het leek voorwaar dat zij hun eigen kerststal hadden gecreeerd. Het zag er zelfs romantisch uit.

Vanmorgen. Niks geen kerststal, maar een zwijnenstal. De hele veranda bezaaid met stapels kippenstront.

Nee geen soep. Ook geen bouillon. Wel zorgen dat ze in het nachthok komen. Ik heb er al zes gevangen. Nog vier te gaan.

Wij wensen jullie mooie, rustige kerstdagen. Misschien wel met een kip in de pan.

Ach, ze zijn al zó oud.

Het was ergens eind vorig jaar toen de kat van twee van onze vrienden overleed. Telkens als we elkaar ontmoetten kreeg ik weer iets in een mooie cadeauverpakking. Blikjes kattenvoer, druppeltje voor in de nek, een pakje droogvoer en een doosje met luxe zachte in jus klaargemaakte vlees of visbrokjes, verpakt in zakjes van circa 100 gram.

Nu aten onze katten, Zsazsa Gábor en haar dochter FeFe, eigenlijk altijd droogvoer uit een zak en nooit iets uit blik. Vreemd genoeg, als ik soms een blik gepelde tomaten opentrok, want dat doe je tegenwoordig niet meer met een blikopener of nou eigenlijk al heel lang niet meer, schreeuwden die katten het uit alsof ze van de honger zouden omkomen. En daarna werd het weer rustig en aten ze tevreden hun droge brokken op. Hoewel ze ook met droge brokken een enorme voorkeur hebben voor de duurste merken. En proberen we iets goedkopers, dan gaan ze gewoon in hongerstaking en miauwen ze net zo lang tot wij in een noodvaart naar de winkel rijden om dan toch maar de duurdere variant te gaan kopen.

Soms gaat dat zo met dieren. Ik moest ineens denken aan Pip. Wie deze hond gekend heeft weet dat hij een hele lieve slimme hond was en eigenlijk nooit een zeikerd met eten. Alles was goed genoeg voor hem. Tot wij op een onnozele dag een zak “eigen merk” van de supermarkt kochten. Jolene, onze duivelse teckel in kroket formaat, haalde direct haar neus er al voor op. Maar Pip viel zijn bak aan, zoals altijd, de hongerige wolf is bordercollie kleren. Hij nam een grote hap, keek mij aan en liet zijn bek openstaan, zodat alle hondenbrokken weer terugvielen in de voerbak. Zijn blik sprak boekdelen en ik las eruit: “als jij denkt dat ik dit ga eten, ben je bij de verkeerde hond”. En zo bleek. De voerbakken bleven onaangeroerd, zelfs geen kat die er zich aan waagde.

Maar nu terug naar het doosje met zachte in jus klaargemaakte vlees of visbrokjes, verpakt in zakjes van circa 100 gram, 10 stuks in een doosje. Zsazsa Gábor is in haar 18e levensjaar en haar dochter FeFe in haar 17e levensjaar. De gebitjes al flink versleten door de jacht op muizen en vogels die met huid, haar, vleugels en botten naar binnen gewerkt werden. Nog steeds wel, maar minder (zie hun gebitjes). En omdat ik het toch eindelijk weleens tijd vond om af en toe zo’n zakje met zachte brokjes in jus aan hen serveren en soms eens te verwennen. Lees goed: af en toe. BEGIN ER NOOIT AAN!!

Nu, elke dag als de zon begint te zakken en zij ineens geen tijdbesef meer schijnen te hebben wat etenstijd betreft en vooral ook nu de zon al tijden niet eens meer doorbreekt door de vette grijze grauwe bewolking, dus het kan op elk gewenst moment van de dag zijn, beginnen ze beiden met terroriseren. Bijna gillend voor hun voerbakjes. Eten! Nu! Ik blijf kalm en zet hen het droge voer voor en loop weg. Maar de keuken is naast Hans’ werkkamer, die ik vanaf moment hoor schelden. “Was er maar nooit aan begonnen! Hadden ze (de vrienden) die zakjes maar nooit cadeau gedaan! Want inderdaad, sinds de invoering van het zogenaamde “af en toe” is dat veranderd in “elke dag”. Liefst de hele dag door. En ook bij deze zakjes met lekkere dingetjes in jus zijn er verschillen tussen duur en goedkoop. U snapt het al, goedkoop is niet goed genoeg. Duur wel.

Ach, een kat is nooit te oud om te leren. Te leren harder te miauwen, te leren dat ze iets echt niet gaan eten en te leren dat wat lekker is, dat dit de hele dag door kan. En last but not least: ze snoepen alleen van de jus en de brokjes die overblijven, die hoeven ze niet.

Ach, ze zijn al zó oud en jammer genoeg leer je hen dit terroriseren niet meer af.