Het oog wil ook wat.

Het is misschien een beetje vreemde zin, maar ik ben geboren met twee dode hoeken. Deze dode hoeken komen doordat mijn jukbeenderen nogal hoog zijn, waardoor het zicht naar opzij of naar beneden, nou ja, nogal een dode hoek veroorzaken.

Vanaf mijn jonge jaren liep ik vaak tegen iets aan, liep een tafel vol glazen om en struikelde ik over alles wat aan mijn zicht ontnomen werd. Dus ik lag nogal eens plat op mijn smoel of knalde vanuit het niets tegen iets of iemand aan, omdat ik het gewoon niet aan zag komen. Mijn moeder riep heel vaak: doe het eens rustig aan! Maar met die rust kwam ik er ook niet.

Wel heb ik mezelf in jaren tijd aangeleerd anders te gaan kijken. Meer in de verte bijvoorbeeld, zodat ik toch op tijd dat rotsblok zag die als versiering ergens in een straat lag te liggen. Ook draaide ik meer mijn hoofd, zodat ik zowel links als rechts iets meer overzag. Dat kwam mij trouwens goed van pas toen ik op moest voor mijn rijbewijs. 20 jonge jaren was ik. Ondanks dat mijn gevoel voor links en rechts toen ook nog niet helemaal op orde was en ik linksaf sloeg in plaats van rechtsaf, zoals de examinator mij bevolen had. Al bij het eerste examen kreeg ik mijn rijbewijs met twee opmerkingen. 1e: kijkt heel goed en laat ook zien dat ze kijkt. 2e: met parkeren wat vaker oefenen. Dat laatste kan ik nog steeds niet goed. En zal dat, na 47 jaar, waarschijnlijk wel nooit echt leren.

Hans heeft na uitvoerig onderzoek door de oogarts de uitslag gekregen van zijn oogonderzoek. Een gat in zijn macula. Ik had er nog nooit van gehoord en zocht meteen het internet af wat de gevolgen daarvan zijn. Vroeger zou ik dat hebben opgezocht in de Winkler Prins of iets dergelijks, maar tegenwoordig hebben we internet. Dat scheelt zowiezo een hoop ruimte in de boekenkast. Maar dit terzijde. Ik vond: vermindering van de gezichtsscherpte. Andere klachten zijn een wazige vlek in het midden van het beeld en vervormingen van het beeld. Men ziet kronkels in rechte lijnen of een vergroting van het beeld, als in een lachspiegel. Maar ook dat er dode hoeken kunnen ontstaan.

Hans is altijd een goede kijker geweest. Dat kwam hem goed van pas als fotograaf. Hij is gewend dat hij alles altijd heel goed zag. U leest die zin goed, want als een persoon ineens minder goed gaat zien en dat niet direct in de gaten heeft, denkt die persoon dat het aan de objecten ligt waar hij of zij tegenaan loopt. Het viel mij de laatste tijd al op dat hij zomaar tegen iets aan kon lopen. Bijvoorbeeld de open trap in de woonkamer, die er toch al meer dan 16 jaar hangt. Of gewoon de bocht tekort nemen bij een deur, zodat hij met zijn schouder de halve deur er uitloopt. De blauwe plekken nemen hand over hand toe, mede als gevolg van bloedverdunners. Maar niemand heeft ooit beweerd dat ouder worden nou zo leuk is. Ook het wegzetten van glazen kan soms lastig zijn als je een plank in andere vorm ziet dan doorgaans gewoon is. Het glasgerinkel klonk dus ook al vaker. Nu zou ik hem, als een beetje ervaringsdeskundige, kunnen leren anders te gaan kijken met die dode hoeken. Maar ik denk dat hij, op zijn leeftijd, nogal moeilijk bij te sturen is.

De oogarts schreef hem, bij wijze van experiment, drie verschillende oogdruppels voor die hij op drie verschillende tijden per dag in zijn oog moet druppelen. Het is wel puzzelen, maar hij heeft een modes gevonden om al die druppels per dag toch in zijn oog te krijgen. Er zijn resultaten bekend en soms slaagt zo’n experiment. We hebben er goede hoop op, want na een week druppelen vertelde hij vanmorgen dat hij het vermoeden heeft dat de lachspiegel wat minder aan het worden is en dat de kronkels ook minder zijn. Ik hoop het echt van harte want het is niet fijn om de hele dag uitgelachen te worden, omdat ik er zo raar uitzie met mijn hele kleine koppie en mijn hobbelige lichaam. Het gezegde “het oog wil ook wat” gun ik hem van harte. Want ook ik zou het prettiger vinden als hij mij weer normaal ziet staan.