Chaos…en van de hak op de tak
Tijd om eens even te reflecteren, want ruzie in een relatie is soms weleens verfrissend, maar kan ook uit de klauwen lopen en helemaal wanneer een van de twee deelnemers nogal doof is voor de partner en in dit geval ben ik dus de dove partij en gisteren zeker stokdoof. Wat is er allemaal aan de hand wat dit vredige bestaan van ons doet wankelen? Nou, daar heb ik wel even een flink stuk papier voor nodig en dus is mijn advies om het hierna volgende maar eens even flink in perspectief te proberen te zien, want wat zijn de ingrediënten….?
Zien of niet zien, that’s the question.
De reden van onze onenigheid is er eentje van verschil van inzicht als het gaat over het naleven van principes. Over het feit dat je telkens maar weer in staat bent om met de de kennis van nu te moeten kunnen overleven. Wat een gezeik zul je denken, maar ook dat vraagt om heel veel uitleg. Laat ik beginnen met de mededeling dat wij hier bijna volmaakt gelukkig zijn in ons eigen paradijsje. Bijna, omdat er vaak teveel dingen van buiten onze poort zijn die je bijna óngelukkig zouden maken en dus lukt het steeds beter om daarvoor je ogen te sluiten en die toch blijven knagen. Dingen die ik graag zou zien veranderen maar waarvoor ik noch de kennis noch de macht over heb, want zoals de zaken in dit land hier nu gaan is een kwestie van jezelf aanpassen of je kont tegen de krib gooien. En vooral dat laatste is nu de inzet van onze ruzie. Een kwestie van keuze. Volg je je gevoel en wil je je recht halen of móet je domweg mee in het accepteren van de werkelijkheid die hier ten lande geldt.
Zwemmen
We gaan twee dagen geleden met vrienden naar het leukste zwembad in de regio en weten op die manier de 40º+ de baas te zijn. Wanneer ik heerlijk dollend als een jonge god door het water donderjaag is het ineens raak. Ik schrik me rot en wel omdat ik bemerk dat het zicht in mijn rechteroog ineens helemaal is verdwenen. Vriend Arjan merkt het gelukkig en pakt me bij mijn donder en sleept me mee naar de kant en ondersteund mij bij mij trapje. Aangekomen bij onze schaduwplek is het even flink nahijgen om de schrik weer de baas te worden. Na een minuut of tien rust met m’n kop onder een handdoek is het zicht weer helder en gaan we meteen op pad naar huis. Ja, we houden jullie op de hoogte zeggen we tegen onze vrienden, en weg zijn we.
Het voorafgaande
Omdat het aanpassen van een bril maar niet wil lukken en de opticien na drie gefabriceerde brillen de handdoek in de ring gooide kwam het aanbod om een oogarts in te schakelen. Die oogarts, een kopie van Wende Snijders, stal meteen ons hart. Ze was door de opticien ingelicht wat precies het probleem was en dus was er tijdens het eerste onderzoek een professor uit Boedapest overgekomen om haar bij te staan. Ze waren zo druk met dat linkeroog dat de aandacht die ik vroeg voor mijn rechteroog helemaal ondersneeuwde. Tot twee keer toe bleef dat een buiten beeld. Totdat ik haar drie dagen voor haar vakantie toch maar eens een overzicht mailde van wat er allemaal aan de hand was met dat réchteroog.
‘ Beste Krisztina, al een maand of twee en een half heb ik last van uitval van mijn zicht aan m’n rechteroog. Soms een klein stukje aan de onderkant, dan weer de zijkant en dan weer als een caleidoscoop, aan alle kanten een stukje.’ Diezelfde avond laat antwoord. ‘Beste Hans….als de donder beginnen aan een onderzoek van de rechter hals slagader, want anders gaat de operatie Augustus niet door’.
Míp..mijn zoekmachine
Bij het zoeken naar een ziekenhuis die een echografie van mijn hals kon maken kwamen we er snel achter dat de maandenlange wachttijd niet gelijke tred hield met onze agenda. Na lang wel of niet stonden we voor de balie van de zoveelste privékliniek. Ja, ze zijn er op alle gebied, die klinieken en deze was wel heel erg luxe. Een grote privéparking en de twee aantrekkelijk ogende juffen achter de balie waren wel heel erg gewaagd geüniformeerd….en drie minuten later lag ik reeds te bed in het schemerdonker. Nee, niet met die juffen, maar met een serieuze arts die aan de machine wel heel erg vreemde en klokkende geluiden wist te ontlokken. Die hartslag was zo hard te horen dat Míp op de achtergrond met opgetrokken wenkbrauwen meekeek. ‘Uw hart maakt op de tienduizend slagen achterhonderd slagen teveel, maar dat valt binnen de marge en dus géén probleem. Maar die ader is flink dichtgeslibd en daar moet u heel snel iets aan laten doen want anders wordt uw oog misschien wel permanent blind en erger nog, u zou ook een beroerte kunnen krijgen en zelfs een combinatie van beiden’.
Godverdegodver
In de auto terug was de stemming een weinig teneer geslagen en geloof me, dat is een understatement. Enigszins bijgekomen van de schrik produceerde Míp weer een van haar snelle en gevatte conclusies. “Nou, dat wordt dus uitwijken naar een privékliniek, ook al is dat duur. En onthoud één ding ….een aangepaste woning is stukken duurder, lieverd’. Toch probeerde zij eerst nog het “gewone” ziekenhuis en na enige tijd was er contact met een assistente van de arts. 13 dember. Wat? 13 december? Maar dat is veel te laat. Hij heeft nu hulp nodig! Toen kwam er een riedel van niet mis te verstane Hongaarse woorden. De laatste woorden waren: urgentieverklaring van je huisarts. Toen klonk er piep piep, omdat de assistente de telefoon er woest opgedonderd had. Dat was dus de dag voordat we gingen zwemmen en dat het donker werd voor mijn ene oog. De spanning bleef in de lucht hangen en de vraag was dus ‘wat te doen’. We hadden net opdracht gegeven om airco te laten installeren en om de meerkosten aan energie te dekken met ook nog eens het laten installeren van zonnepanelen. Ja, die kosten zouden we met wat bezuinigen in de komende jaren best kunnen dekken, maar dan toch…een privékliniek…dat is het erkennen dat er twee samenlevingen bestaan, want de grote meerderheid van de Hongaren die kan dit wel op hun buik schrijven.
Dit vraagt om uitleg.
Al jarenlang luisterde de kliek van onze hoofdkabouter niet naar de geluiden van onvrede uit de gezondheidszorg. Om het juiste woord te vinden zou ik het willen houden bij uitkleden en dat terwijl de leden van de regering en hun vriendenschare zich meer en meer verrijkten door corrupte bezigheden. De rest van Europa rook haar kans en het is al meer dan tien jaar geleden dat scouts door de gangen van ziekenhuizen snorden om zichtbaar herkenbare artsen op hun schouder te tikken en de vraag te stellen ‘Do you speak English?’ of Sprechen Sie Deutsch?’ Als op een van de twee beamend werd gereageerd dan was de volgende vraag ‘Wilt u tien keer zoveel verdienen”. Begrijpelijk dat er in de afgelopen jaren alleen al meer dan 4.000 artsen en specialisten het land verlieten. Maar hoe dan verder als je nog steeds dat medisch personeel niet meer wenste te betalen.
Het werd een gedogend compromis. De nog resterende artsen en specialisten werd toegestaan om met collega’s een privékliniek op te zette, op voorwaarde dat zij van ’s morgens 06.00 uur tot 13.00 voor het ziekenhuis te werken om daarna naar hun eigen stek te gaan om dat tekort aan salaris bij te verdienen. Reden waarom je, als je het woord Magámklinika intikt op Google ( privéziekenhuis) bijna 700.000 treffers vind.
Terug na het zwemmen
Míp zoekt zich te pletter, googelend om een ziekenhuis te vinden waar men in staat is om snel hulp te bieden voor mijn ‘probleempje’. Het is rond een uur of half zeven wanneer ik een overzicht van de ziekenhuizen in en rond Pécs bekijk. Ineens zie ik dat ook de Universiteit een heel eigen ziekenhuis heeft…eigenlijk nooit bij stilgestaan. Ik bel en na drie keer doorverbinden verzoek om een Engels sprekende arts. Ik leg uit wat er allemaal gebeurde tijdens het zwemmen en het is heel even stil. Dan volgt de reactie…’Bel een ambulance en kom snel hierheen, we verwachten je….wees snel’
Binnen een kwartier is de veranda een Covid testcenter en word ik ondersteund naar de ziekenwagen geholpen. Tussen neus en lippen door krijg ik nog de mededeling dat we niét naar Pécs gaan maar in plaats daarvan naar Szigetvár, dus niet de dertig kilometer oost, maar west. Ik maak nog duidelijk dat de arts in Pécs klaar staat om mij te ontvangen, maar daar wordt slechts schouderophalend op gereageerd. In het ziekenhuis aangekomen wordt ik op een stoel geplaatst en gaan de ambulanciers naar de balie. Ik zie ze babbelen met een in het groen geklede regelaar die kennelijk hoofd van de receptie is. Ik zie wel minstens twintig wachtenden die de tijd doden met…..wachten. Ik word snel naar de onderzoekskamer gebracht en daar zie ik net de arts een laatste stuk van zijn bezorgde pizza naar binnenwerken. Hij doet mij de band om mijn arm en checkend mijn bloeddruk. Vervolgens zegt hij de volgende dag terug naar de huisarts en vervolgens naar de Universiteitskliniek. Ik kijk hem ongelovig aan en vraag of dit een geintje is. ‘Nee. U kunt gaan.’ Ik word heel erg kwaad en zeg ‘Verdomme, het is negen uur . Kunt u een taxi bellen?’ maar blijkt dat Szigetvár inmiddels geen taxibedrijf meer heeft en hij voegt me ook nog toe dat de ambulance geen taxidienst is en dat ik dan maar met de bus naar huis moet zien te komen. Hoe bedoel je…levensbedreigend? En wat betreft je eed van Hippocrates of is die niet geldig meer, meneer de dokter?
De schuifdeuren worden van afstand geopend en daar sta ik dan…op een totaal verlaten parkeerplaats, moederziel alleen. Míp slaakt een zucht van ongeloof en begint bijna te huilen….wat een klootzakken daar. Zij kan me niet komen halen, want door haar nachtblinde ogen is zij een gevaar voor haar omgeving en voor haarzelf op de weg. Buurman Feri heeft zij bereid gevonden om met onze auto mij op te halen en ruim een uur later ben ik thuis.
Slot van deze nachtmerrie
Die avond kunnen we beiden niet veel anders dan zuchten en elkaar aankijken met een blik van ‘nietwaar, toch?’ Later die avond komt zij met het voorstel om dan maar meteen naar de Da Vinci te gaan, een van de betere privé ziekenhuizen in de regio. Ik ben duidelijk….’Nee…er stond een arts op me te wachten en die ratten…..’ De volgende ochtend doet M anderhalf uur pogingen door het pantser van de ziekenhuiscentrale te komen en omdat op geen enkele manier lukt geeft ze het op. Ze wordt weggedrukt, ze gaat discussies aan en laat zich de kaas niet van het brood eten, maar…ze verdommen het gewoonweg en hebben schijt aan de gezondheid van de patiënten. Ik heb mijn ervaring ook nog contact met Tamás in Budapest. Hij werkt voor een mensenrechtenorganisatie en door onze contacten rondom de hele CBD-affaire zijn we inmiddels ook bevriend geraakt. Hij vertelt dat hij door de jaren ook te maken had met patiëntenrechten met inmiddels tal van vergelijkbare situaties. Maar, zo zegt ook hij, nu maar even voor jezelf kiezen, Hans. Ga naar een Magámklinika en laat je helpen. Ik loop er over te piekeren dat Míp gelijk heeft, maar toch…okay dan moet dat maar. Ik kom naar de veranda waar ik Míp in gesprek hoor met Bogi, onze lieve vriendin en ook mijn pilatesleraar. Ik moet schreeuwen om haar te onderbreken….ja, Bogi, ik ga naar een Magám….en ja, Míp heeft helemaal gelijk en ja, ik houd van haar en zal naar haar luisteren. Maandag gaat die toko weer om acht uur open en zal ik moeten toegeven aan het feit dat de maatschappij hier nog verdeelder is dan waar dan ook….welk een vreselijk toekomstbeeld.
