Het bleef in mijn hoofd hangen toen ik één (ik heb er vijf) van mijn zussen dit woord schreef. Je kunt er ook twee woorden van maken. Deze tijd is naar en zeker niet geestig. Het woord geestig vind ik zo’n leuk woord. Het is een leuker woord dan grappig bijvoorbeeld. Althans dat vind ik. Als ik een goede grap maak vind ik mijzelf heel geestig, hoewel mijn omgeving daar natuurlijk soms anders over denkt.
Kippen bijvoorbeeld vind ik geestig, hanen aan de andere kant vind ik weer naar. Maar het weer dat ons de laatste tijd in de ban houdt is weer naargeestig. Kijk, is het woord ineens weer aan elkaar geplakt.
Het woord bleef ook hangen, omdat ik bedacht dat sommige woorden niet meer gezegd of geschreven mogen worden. Onze schoonzoon Regi die de bijnaam Beer draagt, een naam die hem past als een mooie berenjas, de vader van ons prachtige kleinkind Milan (ook zo’n heerlijke beer en ondertussen groter dan Hans), is van Surinaamse afkomst. Een mooie vrolijke man. Een goed mens. Hij is kok. Hij werkte in de keuken van onze stamkroeg. Hans stond mij op te wachten op het terras. Ik kwam aanfietsen en zag Regi in de opening van de keuken staan. Ik riep Hans toe: Er staat een n….er in de keuken! Kom, laten we hem gaan zoenen! De verontwaardigde gezichten van de stamgasten op het zonovergoten terras liet ik met een brede grijns achter me. Regi opende zijn armen en begroette Hans en mij in één keer en schaterlachtte om mijn opmerking. Die opmerking kan nu niet meer, maar toen vond ik hem zelf héél erg geestig.
Een woord dat ook niet meer kan is m..rkoppen. Welnu, er is in de vriendenkring een hele geestige vriendin. Simone Ten Bosch. Zij is kunstenaar te Den Haag en wij ontmoetten haar in 2008 hier in Hongarije toen zij op Post 15 (arstist in recidance, een intiatief van Elizabeth de Vaal) zich omringde met allerlei lapjes. Die lapjes werden uitgedeeld aan Hongaarse vrouwen, die op hun beurt weer die lapjes mochten borduren of schilderen of andere dingen die je maar kunt bedenken wat je met zo’n lapje kunt doen, als het maar de afmeting behield. Van die lapjes maakte Simone haar project: De Hongaarse Rok. Er was haast met de rok, dat wel, want hij moest op 8 maart klaar zijn voor de presentatie in Pécs. Op Vrouwendag. Het werd een fantastisch project. Szilvia, buurvrouw van Post 15, was de draagster van de Hongaarse Rok, inclusief bijpassend hoofddeksel. Andere meiden, waaronder ook ik, droegen creaties van Simone”s voorgaande projecten. Het weer was naargeestig, met veel regen en wind. Maar het projet was zo geestig met al die vrolijke rokken met bijpassende hoofddeksels, dat het geen vat op ons kon krijgen. Ik kijk er nog steeds met heel plezier op terug.
Simone Ten Bosch. Zo’n geestige vrouw. Creatie: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp
Szivia in de enige echte Hongaarse Rok. Creatie: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp.
De Wereld Rok. Deze zou niet door mij worden gedragen op Vrouwendag,. Dit was een dooorpas moment. Creatie: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp.
Mijn Vrouwendag 2008 Rok. Inclusief stekelvarkenhoed. Creatie: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp.
De voorbereidingen, net voordat we de regen in zouden stappen. Szilvia op de voorgrond die kapstok komt niet uit haar hoofd. Naast mij Szivli, de dochter van Silvia. Creaties: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp.
Geestige kledij. Vrouwendag 2008, het was geen dag waarop veel mensen de stad introkken. Het weer was te naargeestig. Creaties: Simone Maria Ten Bosch. Foto: Hans Molenkamp.
Het was in juli van dit jaar. Een snikhete dag die we voor het overgrote deel in de schaduw doorbrachten. De postebode liet zijn posthoorn klinken. Hij had een envelop die niet in de brievenbus paste. Op de envelop een prachtig herkenbaar handschrift waarmee onze beider namen geschreven stonden. De inhoud: twee foudraals, eentje lila, eentje groen. Met bijpassende zijdeachtige strikken om het foudraal gesloten te houden. In de foudraals twee handgemaakte mondkappen met daaraan een oranje label met de tekst: Simones smoorkappen. Voor een naargeestig product, in een naargeestige tijd en dan juist zo’n geestige naam.
Míp
Smoorkappen, wie verzint dit? Zo Geestig! Creatie: Simone Maria ten Bosch. Selfie: Hans Molenkamp.
We hebben drie honden. Beau, Sissi en Bence. Alle drie van de border collie familie. Beau en Sissi zijn stokharig, dat wil zeggen dat de haarstijl redelijk stijl en kort is. Bence heeft meer de vacht van onze voormalige border collie Pip. Je leest natuurlijk al het verschil. Stokharig en vacht. Bence heeft een lekkere volle langharige kroelvacht. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de andere twee niet kroelbaar zijn maar het is meer de uitleg voor de vacht die hij alle seizoenen met zich mee draagt. Of waarmee de stofzuiger dagelijks gevuld kan worden, dat natuurlijk ook.
Zo ergens in juni begon de temperatuur al meer dan zomers te worden. Heet, dat was het. En als er hitte is moet er water gegeven worden. En als er water gegeven wordt is Hans altijd de pineut. Hij sleept met vele tientalle meters tuinslang met aan de kop een waterpistool. Twee hondenkoppen steken om de hoek. Hoor ik daar een waterpistool? En ineens staan ze recht voor hem, kijkend naar de waterstraal. Dan bijtend naar het water. Ik hoor een lichte irritatie in Hans’ stem. Nee Beau! Niet nu! Bence! Ook jij niet! Ik bekijk het vanaf een afstand, samen met Sissi die het ook niet zo op waterstralen heeft. Beau en Bence zijn ongeduldig en weten net als ik dat als ze volhouden Hans zich binnen enkele minuten over zal geven aan de waterdrift van deze twee doordouwers.
Ik besluit weer verder te gaan waar ik mee bezig was en als ik me omdraai hoor ik nog net: Nou kom maar op dan stelletje drammers! Ik hoor Sissi met haar hoge blaf als ze iets niet uit kan staan en hoor twee hondenbekken gelijk twee castagnetten klakken. Bijna in de maat. Het waterballet van alle dag in zomertijd.
Beau is altijd onze springhond geweest. Gek op de zomerse buitendouche of elk ander water, als het maar een straal is. Pip vond het leuk om ermee te vechten maar van springen kon geen sprake zijn en Sissi vond het maar beter om op afstand te blijven. Blijft wel dat Pip onze beste langharige frisbeehond was en Sissi onze allerbeste stokharige frisbeehond is. Beau is redelijk met frisbees. Je roept hem, houdt de frisbee omhoog, Beau rent weg, neemt meestal de struik als afslag om dan in de houding tevoorschijn te komen waarna dan pas de frisbee gegooid kan worden en dan nog vaak mist hij de frisbee. Maar hij weet in ieder geval de frisbee is gevallen en brengt hem dan vol trots terug. Bence vindt frisbees interesant. Nou ja, voor een minuut dan. Hij vangt een paar keer, laat de schijf uit zijn bek vallen en gaat vervolgens zijn neus achterna. Mits…de frisbee hoog gehouden wordt. Dan gaan alle prikkelende prikkels open. Hij neemt een aanloop en springt zo hoog dat je armen en benen in bescherming moet nemen. Hij gebruikt namelijk de benen als springplank naar dat wat daar hoog boven je hoofd naar hem lonkt. Dan is hij niet te stuiten.
Maar terug naar het waterballet. Ik hoor altijd aanmoedigende termen van Hans. Zoals: kom op! Hoger! Je kan het! Circus Ellenboog! En dat is niet tegen dovenmans oren. De vliegende Panters zijn er niets bij vergeleken. Maar toch, op deze hete zomerdag in juni wilde Bence iets bewijzen. Hij is de jongste, hij is de kleinste en als het moet laat hij ook merken dat dit zo is. Onderdanig is daar een mooi woord voor. Maar dit keer leek hij door alle barriéres van de protocollen in de hondenwereld heen te gaan. Het viel Hans ook op en hij vroeg me te helpen. Hans haalde zijn fotocamera en ik bediende het waterpistool. Zijn sprongen werden hoger en sierlijker. Alsof hij door een groot publiek op handen gedragen werd. Zijn performance bleef niet onopgemerkt bij Sissi en Beau. Met vier poten tegelijk stonden zij als aan de grond genageld. Afguntig en respectvol tegelijk. En ik dacht alleen maar: naar wie kijk ik? Bence or Beyoncé? That was my question. Fijne vraag zo op een kille grijze novemberdag.
Míp
Zie jij wat ik zie Sissi?. Zo hoog?
De andere twee totaal buiten beeld gesprongen. Wat een sierlijkheid.
Beau doet nog een poging, maar moet zijn meerdere erkennen.
Even de baas checken of ik er goed op sta.
A flying dog, can you see?
Bence! Wie heeft jou opgelaten? Waar zit het touwtje?
Respect Bence! Dit doe ik je echt niet na.
Op naar het einde van de show.
Nog eentje voor jou dan Beau.
En de afsprong. Einde van de show. Dank u voor het applaus!
Het was de laatste dag van mei. We vertrokken richting het dorp waar de groep samen zou komen. Nog voor wij ons eigen dorp verlieten werden we aangehouden door onze burgemeester. Hij stond midden op straat en zwaaide met beide armen om ons tot stilstand te manen. Hij stak zijn hoofd door het openstaande raam en legde zijn arm op de raamstijl. Ik lag bijkans op Hans’ schoot om het spervuur van zijn woorden zoveel mogelijk te ontwijken. Misi, alsjeblieft! Een beetje meer afstand riep ik hem in halfliggende houding toe. Hij lachtte en maakte met zijn arm het bekende wegwerpgebaar. Ach, dat virus, niets aan de hand sprak hij, terwijl hij zijn hoofd iets meer terugstrok. We stapten uit, hielden nu de nodige afstand, zodat hij zijn bijna niet in te houden vraag kon stellen. Het was eigenlijk een oude vraag van misschien wel acht jaar geleden waar de vorige burgemeester niets mee gedaan had en waar wij nu ook niets mee konden doen, omdat het antwoord op die vraag in het najaar gedaan moet worden. Het planten van wilgen.
We reden verder richting onze bestemming. Het weer werd slechter. Dat wil zeggen dat er bakken regen in de maak waren. Dondergrijs en gruwel, zo zag het eruit. Onderweg zagen we ze lopen. Met poncho’s en regenjassen. We keerden de auto, boden palinka aan en een zak vol stroopwafels. Het was een fijn weerzien want de meesten van deze groep hadden we oudejaarsavond voor het laatst gezien. Ze zagen er vermoeid uit en dat kan natuurlijk niet anders want ze waren al voor de vierde dag onderweg. De volgende dag zou de laatste wandeldag worden. Dan hadden zij er circa 175 km opzitten. En die laatste dag zou ik de resterende 25 km meelopen, onderweg naar de herdenkingsplaats van Bence. Ik had best wel wat geoefend, maar omdat Arwen er niet was in het begin van mei is het nooit tot een echte training gekomen. Zo gaat dat. Alleen doe ik best veel maar met Arwen zoek ik toch eerder de randen van mijn kunnen op.
De avond brachten we door in een groepsvakantiehuis. In dit huis was plek genoeg voor iedereen. Veel kamers en heel veel bedden, zodat slapen geen grote virusproblemen zou geven. Ik had chocolade taart gebakken, omdat ik wist dat ik daarmee veel liefde op mijn hals zou halen. Die ervaring had ik op ouderjaarsavond opgedaan en dat was een prettige ervaring. Maar die taart werd niet aangesneden die avond. Vali had een prachtige taart besteld waarin alle symbolen van Bence verwerkt waren. Het zou die dag zijn 19e verjaardag zijn geweest. Er werd gezongen, gehuild en daarna toch weer gelachen om de verhalen die opgehaald werden over jonge Bence. Een mooie vriendengroep.
De volgende morgen het ontbijt. Ontbijten met Hongaren is toch bijzonder. Daar waar wij yoghurt met muesli en honing eten, eten zij zsiros kenyér, een boterham gedoopt in een pan waarin het vet waar de avond ervoor de worsten in zijn gebraden. En een voorraad aan eieren en spek genoeg voor een bataljon.. De chocoladetaart werd aangesneden en in stukken verdeeld en meegenomen in de knapzak voor die dag. Zodoende ontving ik nu een hele dag liefde, iets dat ik best wel kon gebruiken bij die zware wandeling. Met nog zo’n 4 kilometer te gaan begon de lucht weer te betrekken. In de verte rommelde het. Bij 3 kilometer was het gedaan. Onvoorstelbare onweersklappen lieten mij ineen duiken, vooral omdat we net op open bospaden liepen. Toen kwam de regen. Hard en veel. Iedereen begon op zoek te gaan naar regenjassen en poncho’s. Maar voor de meesten van ons was het te laat. Doorwaternat binnen enkele seconden. Maar toch, vreemd genoeg kon het helemaal niemand deren. We liepen gewoon door en gingen verder met onze verhalen en soms net zoveel vragen. Ik ben dan wel de oudste van de wandelgroep, maar ben er ook het kortst bij. En iedereen is gezond nieuwsgierig en net zoals zij heb ik natuurlijk ook veel vragen. Zo leer je elkaar steeds beter kennen en ik kom er steeds meer achter in wat voor mooie vriendengroep wij terecht gekomen zijn.
De helling naderde. Vali plukte wilde bloemen, net zoveel tot ze een mooie bos had. Deze handeling herkende ik van vorig jaar. Die helling trouwens ook. Alsof je de laatste resten energie uit je lichaam moet halen om deze helling te beklimmen. En dan? Dan is er ineens dat vergezicht, het grasveld en het herdenkingsteken van Bence. Tranen vermengde zich met het stromende regenwater, waardoor een soort zee zout water langs de lippen stroomde. Hans ving mij op en bracht me naar de auto waarin een droge handdoek lag en droge (bijna warme) kleren. Ik stuurde Arwen een bericht: Ik heb het gehaald! En zij schreef terug dat ze eigenlijk niet anders had verwacht.
En nu, zo eind november moet ik alweer plannen maken voor een licht trainingsprogramma. Het liefst zou ik een flinke wandeling maken met één van de honden. Maar het virus houdt ons in de greep. Zeker vier besmettingen hier in het dorp, waaronder vriendin Brigi en de burgemeester en zijn vrouw. Je weet wel die man die dat weggooigebaar maakte. Hij schijnt zich niet zo goed te voelen. Over het wilgenproject zullen we het voorlopig maar niet hebben.
Míp.
NB: We hebben trouwens een uil op het balkon. Ik heb hem nog niet gezien maar wel gehoord. Ik vond ook stront en een uilenbal. Dit is geen grap. Maar als iemand hem mist in Nederland weet je waar hij zit en ik hoop niet dat hij blijft.
Vali en Zsuzsa. Moe en doorweekt, maar zeker voldaan.Gyöngyi en ik. Hoewel ik een parmatigere foto van mezelf ken, wilde ik deze toch plaatsen. Hondsmoe en doorweekt maar toch heerlijk dat ik er weer bij mocht zijn.
Het was begin mei van dit jaar. Door het virus wisten wij zeker dat wij deze periode geen bezoek zouden krijgen. Ron en Arwen, elk jaar present in de meivakantie, hoopten nog op een wonder, net als wij. Maar het wonder kwam niet. Ook andere vrienden, die wat later zouden komen zette een dik vet kruis door de afspraak. De mannen van de houtzaagclub, die samen met Hans tien kuub hout tot kleine porties zaagden en hakten, veegden de laatste spaanders bij elkaar als teken dat de klus erop zat. En ondertussen had ik een afspraak, een hele fijne afspraak.
Sinds twee jaar maken wij afspraken met mannen die iets kunnen. Loodgieters, electromonteurs en tegelzetters. Maar mannen die iets kunnen zijn druk. En mannen die iets kunnen zeggen altijd ja, maar bedoelen dan nee, omdat ze eigenlijk geen tijd hebben. Het wachten op mannen die iets kunnen hadden we al afgeleerd. Als ze niet komen op de afgesproken tijd weet je al dat ze helemaal niet komen. Tot er een klein wonder gebeurde.
De overbuurjongen kwam mij halen. Of ik even wilde kijken naar de nieuwe keuken en badkamer die hij cadeau had gedaan aan zijn moeder. Ik ken dat huis van binnen en werd dan ook zeer aangenaam verrast wat ik daar aantrof. Een prachtige keuken, mooi betegelde vloer, mooie wanden en fraai verlicht. Alles sfeervol. Toen werd ik meegetrokken naar de badkamer. Eigenlijk hetzelfde als in de keuken. Geen ander woord dan sfeervol. Op mijn vraag wie dit allemaal gedaan had stapte er een dikkige jonge man naar voren. Hij wees op een leuke half zigeuner jongeman. Wij hebben dit gedaan sprak hij met een lichte aragantie in zijn stem. Hebben jullie tijd voor nog een badkamer? Mijn stem sloeg er bijna van over. Ja, dat hadden ze wel. Niet nu maar over een paar weken zeker. Ik trok hen mee naar huis en liet het ons “hok” zien dat de naam badkamer droeg. Al jaren een grote ergernis waarvoor al lange tijd plannen en tekeningen klaar lagen. Ik zal u de details besparen, maar degenen die onze badkamer kennen weten precies wat ik bedoel. Een onoogelijk hok.
Daar wij in de loop der jaren al wat ervaring hebben opgedaan met aannemers, zouden we het dit keer anders aanpakken. Ten eerste konden we nu gebruik maken van onze ervaring en ten tweede was er geen taalbariere meer, omdat ik de taal ondertussen redelijk onder de knie heb. We namen alles door. Wat we wilden veranderen aan de opstelling, wat we weggewerkt wilden hebben en hoe de betegeling moest komen. Dat laatste alleen op plaatsen waar water stroomt: douche, wasbak en toilet. We spraken een prijs af, daarin verwerkt alleen hun werk dat bestond uit: slopen, water, electra, rolering en verwarming en natuurlijk weer opbouwen. Daarna kwam de tegelzetter waarmee we ook tot een overeenkomst kwamen. Eindelijk hadden we ze in huis, de mannen die iets kunnen.
Tien dagen was de berekening. En nu het toch mei was was het niet erg dat de verwarming werd afgekoppeld en dat we voor die tijd alleen water in de keuken hadden. Wassen kun je voor even best met een teiltje, of in het geval van Hans met een plantenspuit (overgehouden aan zijn woestijnreizen waar water schaars was). Voor het toilet hadden ook al een oplossing gevonden, dus geen probleem. Mannen die iets kunnen, kunnen veel. Maar wat mij toch wel is opgevallen, dat weinig van hen kunnen plannen. Toch geen kleinigheid als je een werk aanneemt en daarmee weken lang dagelijks over de tijd van de opdrachtgever gaat beschikken. Niet alleen de tijd maar natuurlijk ook de ruimte. Want buiten het hok dat badkamer heette namen ze ook de keuken, de aangrenzende kamer, de veranda en een groot deel van de binnentuin in beslag, waardoor je bijkans je nek brak over slangen, rioolbuizen en andere obstakels. Je wordt een horderloper in je eigen huis. Overigens geen slechte lichaamsoefening.
De sloop begon op 19 mei. De totale onttakeling van het hok ging eigenlijk redelijk snel. Alles moest vernieuwd, van waterleiding (die trouwens bij de minste aanraking uit elkaar viel, dus was best wel een beetje nodig) riool (dat helemaal omgelegd moest worden), alle electra en centrale verwarming. Het is mogelijk om hoopvol te worden van een enrome puinzooi. De vloer werd uitgediept en als je weet wat leem is weet je ook wat stof is. Ondanks dat we de aangrenzende kamers met folie hadden vergrendeld begon de stoflaag daar toch aan te groeien. En het werd ook nog koud, zeker voor de tijd van het jaar. De winterkleren waren nog niet allemaal ingepakt en dat kwam mooi van pas. Vooral dikke truien en sokken waren een veel gewild artikel in dit huis.
Doordat de planning niet al te vlotjes verliep moest de tegelzetter verzet worden. Maar toen die eenmaal kwam bleek dat hij was vergeten de vloer in het aantal vierkante meters te verwerken. Toch best wel fijn in een badkamer leek mij zo. Toen ook dit probleem was opgelost kon het werk weer verder. Mijn naam schalde veelvuldig door de ruimte, omdat ik de opzichter van dit werk was. Steeds als ze Hans iets vroegen wees hij naar mij en dus vroegen ze hem uiteindelijk niets meer. Ook op de vraag: Míp, waar is jullie andere toilet? Ik wees hem op het hek naar de achtertuin. Als je daar doorheen gaat loop je ongeveer nog 250 meter door tot het einde van de tuin. Daar kun je kiezen tussen de bosrand of linksaf slaan of rechtsaf slaan. Dat wij een andere oplossing hadden ging ik hem nu even niet vertellen. Al die tijd hadden ze er niet bij stilgestaan dat er helemaal geen tweede toilet was. Tja, mannen die iets kunnen kunnen natuurlijk niet overal rekening mee houden.
Het schoot allemaal niet op. Het lukte maar niet om ook maar één dag achter elkaar te werken. Steeds weer hoorde ik die auto starten en zag hen wegrijden op weg naar weer een één of andere winkel, omdat ze iets vergeten waren. Soms wel een paar keer op een dag. Nu moet je weten dat de dichtst bijzijnde winkels hier ongeveer tien kilometer vandaan zijn. En vaak hebben die winkels precies niet dat op voorraad wat je nu juist nodig zou moeten hebben. Dus bestellen of naar een winkel vijfentwintig kilometer verderop. Er begonnen scheuren te komen in mijn geduld. Geen haarscheuren maar echt diepe lelijke scheuren. Een stevig gesprek moest helderheid brengen. En dan komt het, iets zo typisch Hongaars. Zij konden er niets aan doen. Het was of de tegelzetter of de winkel of de auto of, als hij even buiten beeld was, de electromonteur. Maakte niet uit, maar zijn schuld was het zeker niet. Maar gelukkig sprak ik mijn woorden helder en duidelijk, er moest doorgepakt worden anders zou ik ze niet verder betalen.
Welnu, op 8 juni, 19 dagen later pakten zij hun spullen bij elkaar, legden die in de auto en voor de laatste keer reden ze weg. En dat was net op tijd. Anders had Hans hen bij kop en kont buiten de de deur gezet. Gelukkig voor hen heb ik hem dagen tegen kunnen houden, hoewel mij dat bijna meer energie had gekost dan de 19 dagen dat zij ons huis hadden overgenomen.
Het hok is nog steeds een hok. Maar wel een mooi hok. En ze hebben alle taken goed uitgevoerd en alle dingen weggewerkt die weggewerkt moesten worden. Ze hebben een grote ergernis bij mij weggenomen. Maar allemachtig nog an toe, wat was dat een opgave. En volgende week gaan we verven, dan is het hok helemaal af. Want dat was er nog niet van gekomen.
Weinstein en Trump waren hun namen. Het laat zich misschien al raden dat deze namen niet voor niets waren gekozen. Het geeft ook wel direct aan wat mijn gevoel voor deze twee was.
Normaal gesproken, als er meerdere hanen binnen een toom zijn, knokken die elkaar bijkans de hele dag de tent uit. Deze twee niet. Weinstein en Trump konden het juist heel goed met elkaar vinden. Zij kregen hun namen ook later, toen zichtbaar werd met welk karakter beiden behept waren. Nooit echt aardig tegen de kippen. Nooit eens lokken als er lekkere dingetjes te eten waren. Nee, alles zelf opvreten en wel zo snel mogelijk. Ze pakten hun kans toen op een dag onze liefste Bruno dood in het houthok lag. Wat zijn doodsoorzaak was konden wij niet ontdekken. Geen sporen van gevecht of beten van een één of andere onverlaat in de vorm van een marter of iets dergelijks. Helemaal niets. Maar sinds de dag van Bruno’s dood namen zij de toom in een vloeiende beweging over.
Het werd een nachtmerrie voor onze kippen, terwijl het gewoon op klaar lichte dag plaatsvond. Als één van hen zin had in een “lekker kippie” dreef hij haar in de hoek en bij tegenstribbelen kwam de ander even een handje helpen. De kip schreeuwde het uit, waardoor alle andere kippen alle kanten op renden en zich probeerden te verstoppen op plekken waar ze niet gevonden konden worden. Hardhandig grepen ze met hun harde snavel het kipje bij de nek, zette hun krachtige hanenpoten op de rug van het kipje en het verkrachtigsritueel kon beginnen. Om de beurt er overheen en misschien nog wel een keer. Vooral Oma, onze oudste krielkip, behoorde heel vaak tot het slachtoffer. Nooit heb ik een hekel aan hanen gehad maar deze twee, ik kon ze wel wurgen.
Dat laatste gebeurde met Weinstein. Eenmaal met z’n allen in het nachthok was het niet moeilijk. De twee arogante kwasten zaten naast elkaar op stok en zodoende kon Hans (want ik kan dat echt niet, sorry) met een lamp het hok in om de bruut bij zijn verenpak te grijpen. De dood volgde er al snel op. De volgende dag heb ik hem geplukt en ingevroren. Op de vacuumzak staat zijn geboortedatum en zijn sterfdatum vermeld met als titel: Weinstein, hij is nooit aardig geweest.
Nu bleef Trump over. Met dit idee dat het nu beter zou gaan, zat er ook nog een kans in dat hij een nieuwe naam zou krijgen. Maar hij behield zijn naam. Hij bleef de bruut die hij al was ook als was hij nu alleen. We spraken erover en waren het met elkaar eens dat ook deze van ons tuinpad moest verdwijnen.
Het gebeurde op een dag die niet afgesproken was. We stonden klaar om te vertrekken naar de wandelgroep, de volgende dag zou ik de laatste dag van de pelgrimstocht meelopen naar Bence. Hans liep buiten, bij het huis. Er klonk gegil. Oma lag plat onder de haan. Adrenaline deed zijn werk. Hans werd zo kwaad dat hij in één klap de haan met een stok van Oma afsloeg. Trump probeerde nog te ontsnappen, maar het was te laat. Zijn laatste seconden waren geteld. Met nog wat tegenstribbelen moest hij het opgeven. Ik belde Brigi, die in eerste instantie mijn vraag niet helemaal begreep. Of zij Trump wilde hebben, maar hem dan wel eerst schoon moest maken. Bij terugkeer van de pelgrimstocht vertelde ze dat hij 2,5 kilo woog en heerlijk gesmaakt had. En zo blijkt maar weer, beter één haan in de pan dan één zo’n galbak in je tuin.
De toom kwam tot rust en de kleine zijdehoentjes groeiden als pluizende kooltjes. Al snel bleek dat ook daar haantjes tussen zaten. Na enige controle bleken het er vier. Maar omdat ze zo pluizig zijn ziet ook een zijdehoenhaan er liever uit. Toch, het pakte iets anders uit. Omdat de meisjes zijdehoen nog niet geslachtsrijp zijn, waren weer de oude kippen en vooral ook Oma-kriel de pineut. Nu hadden wij met elkaar afgesproken, dat wij deze soort niet naar de slachtbank zouden brengen, maar weggeven aan iemand die ze graag wilde hebben. Ik deed een bel- en emailronde. Van degene die eerst wel wilde, bleek niemand op dit moment (maar misschien wel een ander moment) plaats te hebben voor deze donzige mannen. Ondertussen renden de oude kippen de marathon en de triathlon in één keer. Maar het hielp hen niets. Met vier hanen is de kans op vluchten nul komma nul. Toen schoot mij iets te binnen.
Eva, die hier een stuk verderop in de straat woont, heeft ook een grote groep zijdehoentjes. Het is een lieve vrouw die goed voor haar beesten zorgt. De zijdehoentjes heeft ze voor de verkoop, omdat die qua kip best wel wat waard zijn. Ik schreef haar dat ik drie haantjes in de aanbieding had en dat zij ze gratis mocht hebben. Gisterenmorgen, om acht uur, zoals afgesproken, stond ze voor de deur. En zoals ook afgesproken, was het nachthok nog dicht. Ik kroop in het hok. Hans en Eva stonden klaar om mijn vangst aan te nemen. Het was even graaien en spartelen. Ook hanen kunnen heel hard gillen en daarbij ook nog eens heel hard lopen. Maar het lukte. Eva hield de aangepakte hanen op hun kop, met hun poten in haar handen. Ze wikkelde er een touwtje om als een volleerde bloembinder. Daarna rechtop, zoals een mooie bos bloemen en daarna in haar tas. Zo wandelde zij naar huis. De hanen op weg naar een nieuwe toekomst. Onze kippen ook. Alleen Remie, de witte haan is achter gebleven. Hij is lief en voorkomend. Hij tokkelt als er lekkere dingetjes te halen zijn. De toom gelukkig. Wij gelukkig. De rust is weer terug.
Míp
Trump en Weinstein, toen ze nog jong en lief waren.
Een van drie haantjes die als een mooi boeket door Eva werden meegenomen.
Een van drie haantjes die als een mooi boeket door Eva werden meegenomen.
Een van drie haantjes die als een mooi boeket door Eva werden meegenomen.
Remie, onze mooie zijdehoenhaan, die mocht blijven.
Remie, onze mooie zijdehoenhaan, die mocht blijven.